Op 27 november 1830 verscheen de H. Maagd Maria aan Catharina Labouré, die in die tijd een novice
was van de Dochters van Liefde van Vincentius a Paulo. Zuster Labouré had drie verschijningen van Onze Lieve Vrouw in de Rue du Bac 140 in Parijs. Tijdens de tweede verschijning onderrichtte de Onbevlekte Catharina hoe de Wonderdadige Medaille geslagen en uitgedeeld moest worden en toonde haar de afbeeldingen.
Een paar dagen nadat de atheïst Alfons Ratisbonne erin had toegestemd om de Wonderdadige Medaille te gaan dragen, bekeerde hij tot het Katholiek geloof. Zijn geschiedenis inspireerde de H. Maximiliaan om het dragen van de Wonderdadige Medaille een voorwaarde tot lidmaatschap van de Militia Immaculatæ te maken.